Van oudsher is imkeren een (neven)beroep dat bedreven werd voor het produceren van honing, het enige zoetmiddel dat bestond. Nu is het imkeren in Nederland merendeels een hobby. In die tijd werden de bijen- volken in korven gehouden, nu in kasten. Het voordeel van kasten is dat de imker zijn volken goed kan controleren. De raampjes met de bijenraat kunnen er gemakkelijk uitgehaald worden. Een volk bestaat uit 30.000 tot 75.000 werksters (vrouwelijke bijen) met één koningin en in de voorjaar/zomer periode met enige honderden darren (manlijke bijen). De koningin kan in het hoogseizoen wel 2000 eitjes per dag leggen. Buiten het winterseizoen is het bijenleven in te delen in drie perioden van elk drie weken. In de eerste periode groeit ze van ei, larf en pop uit tot een volgroeide bij, in de tweede periode is ze huisbij waarin ze huishoudelijk werk doet zoals cellen poetsen en larven voeden. De laatste periode is zij haalbij waarin zij naast nectar ook stuifmeel verzamelt. De nectar wordt door de huisbijen ingedampt tot honing, niet direct verbruikte honing wordt in de raten opgeslagen en dient als wintervoer. Stuifmeel dient als eiwitbron voor het voeden van de larven. De bij is een belangrijke bestuiver.
Wat is het leuke aan imkeren? Het is het gadeslaan en het begeleiden van een natuurproces, het zich verwonderen waartoe een sociale samenleving van insecten in staat is. Men kan de bijentaal aanschouwen. Door een dans uit te voeren vertelt de ene bij aan de andere bijen waar zij haar nectar heeft gevonden, hoe opgewondener de dans hoe meer er te halen valt. Het gedrag op de vliegplank is boeiend, het is voor een imker een indicatie wat er zich binnen de kast afspeelt. Aan de kleur van de stuifmeelklompjes aan de achterpoten, kan men zien op welke bloem de bij gevlogen heeft. Elk soort bloemen heeft zijn eigen kleur stuifmeel.
Het is leuk om in de volken te werken en wat smaakt zoeter dan zelf geoogste honing?
Het imkeren is eigenlijk het begeleiden van een op zich natuurlijk, autonoom proces. De imker moet proberen zijn bijenvolken in een optimale staat te hebben als er dracht is en bij het klaar maken van het volk voor de winter. Met dracht wordt bedoeld het aanbod van nectar door bloemen. Dit is niet het gehele jaar door. Voor de gewone imker zijn er twee grote algemene drachtperioden april/mei en tweede helft juni/eerste helft juli. Verder kan men reizen naar specifieke drachten zoals de wilg, fruit en heide. Het begeleiden bestaat uit ingrepen die de imker verricht zoals het voorkomen, vertragen of juist het maken van een (kunst)zwerm op een moment dat het de imker uitkomt. Een zwerm is een natuurlijke vorm van voortplanten voor een bijenvolk: de oude koningin verlaat de kast met een deel van het volk, in het ahtergebleven volk worden nieuwe koninginnen gekweekt, indien de imker niet in grijpt kunnen er nog een paar zwermen afvliegen, nu met jonge koninginnen. Een andere vorm van begeleiden is het gebruik van koninginnen waarvan de nakomelingen (werksters) ondermeer zachtaardig zijn, zwermtraag en een goede haaldrift hebben. Een juiste koningin kan men door een eigen selectie verkrijgen, maar ook door koninginnen van rassen te gebruiken die bekend staan om hun goede eigenschappen.
De eerste associatie van mensen met bijen is dat ze steken. Het valt niet te ontkennen dat elke imker af en toe gestoken wordt. Aangeraden wordt om met zachtaardige, niet steeklustige volken te werken. Men hoeft in het algemeen niet zwaar ingepakt in de volken te werken, het is mogelijk op een zomerse dag de volken te controleren in T-shirt met blote armen en handen met slechts een bijenkap op. Als men gestoken wordt is dat veelal een gevolg door foutief handelen van de imker zelf. Een bijenprik is op zich niet een lekker gevoel maar ook weer niet zo erg, het is als een speldenprik met daarna een wat branderig gevoel. Het is normaal bij een beginnende imker dat een zwelling optreedt die ook nog gaat jeuken. Indien het lichaam gewend raakt aan het bijengif wordt de reactie minder of verdwijnt helemaal. Dat men een zwelling krijgt is geen allergische reactie. Let wel: er zijn mensen die wel allergisch zijn voor bijensteken. Wie overweegt te beginnen met imkeren dient wel te beseffen dat men zijn tijd voor een deel moet schikken naar de bijen. Imkeren hoeft geen dure hobby te zijn, het kan zelfbedruipend zijn als de imker voldoende honing oogst. Het is raadzaam een beginnerscursus te volgen.